Goniometrie
In de rechthoekige driehoek hiernaast geldt:
sin Ð B = |
Overstaande rechthoekszijde
Schuine zijde |
= |
AC
BC |
cos Ð B = |
Aanliggende rechthoekszijde
Schuine zijde |
= |
AB
BC |
tan Ð B = |
Overstaande rechthoekszijde
Aanliggende rechthoekszijde |
= |
AC
AB |
|
 |
Voorbeeld
1
Bereken
Ð B.
Oplossen met behulp van de cosinus.( want ten opzichte van
Ð
B weet je de
aanliggende en de
schuine zijde) dus:
Ð
B
» 53
°
Voorbeeld
2
Bereken:
Ð P.
Oplossen met behulp van de tangens.( want ten opzichte van
Ð
P weet je de
overstaande en de
aanliggende zijde) dus:
Ð
P
» 67
°
Met behulp van de sin, cos en tangens is het ook mogelijk om binnen een rechthoekige
driehoek de lengte van een zijde uit te rekenen.
Voorbeeld
3
Bereken AC
Ten opzichte van de gegeven hoek (in dit geval
Ð
C gaat het om de
overstaande zijde AB en om de
schuine zijde AC.
Je moet
dus de sin gebruiken.
AC = 6,5
Voorbeeld
4
Bereken KM
Het gaat nu, ten opzichte van
Ð
M, om de
aanliggende en de
schuine zijde.
Dus oplossen met de cos.
KM = 12 x cos 40
°
KM = 9,2